Vogels en fruit
Heel wat mensen met een kersenboom in de tuin, halen in juni flikkerende cd’s, nep-roofvogels, ballonnen, deksels of netten uit de kast om vogels te verjagen. Kersen zijn rijp in de zomermaanden, maar al voordien gaan vogels ermee aan de haal.
Ook vroeger dacht men spitsvondig na over hoe fruit en groenten te beschermen tegen vogelbekjes. In het boek Moeshovenierderij zet auteur Hubert Van Hulle enkele opties op een rijtje:
“Hoe zeer sommige geleerden beweeren dat niets om niets geschapen is, en zelfs dat de musschen veel meer goed dan kwaad doen, kunnen wij hoveniers, van deze vogelen geen goed hooren, omdat zij ons bijna nooit niets dan schade berokkenen. (…) Beproeven van ze met schrikverwekkende voorwerpen verwijderd te houden, baat weinig; ze vergiftigen met in strychnine geweekte zaadkorrels, is een krachtiger doch gevaarlijk middel; het beste wat men doen kan, is er van tijd tot tijd in te schieten en de gedoode ter plaats op te hangen. Over de bedden eenige draden spannen waaraan men papierstukjes laat slingeren, is ook zeer goed.”
Over netten spreekt Hubert niet. Allicht worden die pas later gebruikt om vogels van oogst weg te houden. Ook vandaag worden gedode vogels soms opgehangen aan boomtakken.
Hubert gaf rond het midden 19de eeuw les aan de Staatstuinbouwschool van Gent, hij ontwierp tal van parken en plantsoenen en publiceerde dit boek in 1853. Je kan het vinden in de bibliotheek van Universiteit Gent of via Google Books.
Pagina uit het boek Moeshovenierderij van H. J. Van Hulle uit 1853. Collectie bibliotheek Universiteit Gent.