Spadegeschiedenis

De spade is een belangrijk werktuig in de moestuin. De wortels liggen in een ver verleden. Voor er spades waren met een metalen blad, deed hout dienst of ook been, bijvoorbeeld van een schouderblad van een dier. Omdat die bladen niet sterk genoeg waren om de grond te breken, werd die eerst losgemaakt met een stok. Nadien volgden spades met een metalen tip, om uiteindelijk een volledig metalen blad te krijgen.

In België staat Polet bekend om hun kwaliteitsvolle spaden. Het bedrijf (of toch een kleinschalige voorloper ervan) ontstond in 1865: een smid in Borsbeke (Herzele) maakte solide spades, zeer gegeerd bij Vlaamse seizoensarbeiders die in Frankrijk werkten. Later werd de productie gemechaniseerd en werden er ook schoffels, hakken en andere werktuigen geproduceerd. Ook vandaag blijven verschillende moestuiniers overtuigd van de kwaliteit van een ‘Poletspade’.

Spades werden – en worden soms nog – aangepast aan de aard van de om te spitten grond. Doorgaans geldt: hoe zwaarder de grond, hoe smaller het blad. Een mooi voorbeeld is de Mechelse spade. Die heeft een redelijk breed blad omdat de grond in de regio minder zwaar is dan op sommige andere plaatsen. Ze heeft ook een kortere steel dan gewoonlijk. Mechelse (moes)tuiniers stonden in de voor om de gewente – het groentebed – om te spitten. Meer lezen? Dat kan hier.

Spade © collectie Kasteel Hex