Slakken weren
In natte nazomers komen slakken weer op de proppen, net zoals in de lente. Slakken eten sla, kolen en andere moestuinoogst en dat doen ze razendsnel. En dat terwijl in de herfst de gewassen net trager gaan groeien.
Slakken worden al eeuwenlang geweerd door harde obstakels rondom planten te leggen. Vroeger was het een gewoonte om touwen met paardenhaar rondom de moestuinbedden te spannen. Maar ook verhakkelde distels of ander prikkend ‘tuinafval’ belemmeren de slak. Zaagsel, gebroken zeeschelpen, glasscherven, aluminiumfolie, koffie… er waren en zijn heel wat opties om ‘barrières’ te plaatsen.
Moestuiniers kunnen slakken van de planten plukken. Een ‘val’, zoals een bakje met bier, kan de slak lokken en weghouden van de gewassen.
Vanaf de 19de eeuw werden chemische bestrijdingsmiddelen populair om slakken te treffen. Toen raadden moestuinboeken aan kalk te strooien. In slakkenkorrels vandaag zitten naast dergelijke onschadelijke stoffen soms ook giftige bestanddelen.
De meeste van deze truckjes zijn niet sluitend, maar wel het proberen waard.
Slakken, tekening, circa 1596-1610, door Anselmus Boëtius de Boodt © Collectie Rijksmuseum.
