-

Oogst inkuilen

Tekening van raapselder ingekuild.

Inkuilen is een oeroude methode. Moestuinoogst zoals aardappelen, prei, wortelen, bieten, rapen, pastinaak, kolen of mierikswortel kunnen in kuilen of kisten met zand en/of stro overwinteren. Zo blijven ze vers en fris maar zijn ze toch beschermd tegen vrieskou. 

Oudere moestuinhandboeken, zoals Het Hofje der Planters (1917), tonen vaak details van het inkuilen per gewas. Dat verliep vroeger niet voor elke groente op dezelfde wijze. Bovenop ingekuilde aardappels breng je bijvoorbeeld best een luchtgat aan in de bedekking, om ‘verhitting’ te vermijden (zie prent). Sommige boeren en moestuiniers bedekten ingekuilde groenten met brandnetel- of walnootbladeren. De oliën van deze bladeren vertragen bederf. 

Ook hedendaagse tuiniers kuilen in. En dat gebeurt nog steeds op verschillende manieren. Je kan een kuil graven en die bekleden met kippengaas zodat muizen of ratten niet bij de oogst kunnen. Je start met een laag stro en vervolgens wissel je oogst en stro af. De kuil wordt afgedekt met stro. Of een grote plastiek emmer zonder bodem gaat de grond in. Ook daar wordt zand of stro gebruikt om de groenten te bedekken. Eén gouden regel: de groenten raken elkaar best niet.

Uit: P. De Backer, Het Hofje der Planters, 1917. De tekeningen links tonen hoe knolselders in volle grond, ingekuild of in bakken kunnen overwinteren. De tekening onderaan toont hoe aardappelen ingekuild worden: met een luchtgat zodat de aardappelen niet ‘verhitten’. 

Tekening van ingekuilde aardappelen.