Zaden en stekjes 

 

Vroeger werd de inhoud van je moestuin niet bepaald door een bezoek aan het tuincentrum. Mensen oogstten zaden en namen stekjes uit de omliggende natuur. Op hun beurt werden zaden en stekjes geruild met buren, familie of vrienden. Er ging veel tijd naar het vermeerderen en kweken van planten. Vandaag kan je kant-en-klare plantjes kopen in de winkel, maar toch blijven er alternatieven bestaan. Waarom en in welke vormen?  

Zadenmarkt.

Kleinere zadentelers en zadenmarkten

 

Boeren en kleinere zadentelers vinden dankzij zadenmarkten een cliënteel van moestuiniers die op zoek zijn naar zaden van rassen die doorgaans niet in de winkel te vinden zijn. Vaak zijn dat lokale, robuuste rassen. Zo dragen ze bij aan de verspreiding en het gebruik van zadenerfgoed dat verloren zou kunnen gaan. 

Sommige boeren laten hun oogst ‘doorschieten’ om de zaden te oogsten. Maar deze hernieuwde dynamiek staat onder druk. Europese wetgeving verplicht labocontrole van heel wat zaden, zoals tomaten en paprika. Voor kleinschalige telers die inzetten op biodiversiteit, betekent dit een hoog prijskaartje.

Jaarlijkse zadenbeurs in Museum van de Groentestreek, ’t Grom, 2023. © CAG.

Zadenbib.

Zadenbibliotheken

 

In zadenbibliotheken kan een moestuinier terecht voor gratis zaden die geteeld worden door andere tuiniers. Dergelijke bibliotheken maken zeldzame, lokale rassen toegankelijk. Het gaat om ‘lenen’: de tuinier wordt gevraagd van de plant opnieuw zaden te oogsten en terug te brengen. In 2012 werd de eerste zadenbib in een Vlaamse bibliotheek opgericht. Vandaag vind je zo’n dertig zadenbibs in Vlaamse bibliotheken. Zadenbibliotheken worden ook door privépersonen of tuinen opgezet.

Zadenbib in de Permeke-bibliotheek, Antwerpen, 2022. © Stad Antwerpen.

Oerprei en krulkool.

Stekjes oerprei en krulkool van Dirk

 

Dirk nam deel aan een Moestuinbabbel. Hij is actief bij de Velt-afdeling Westland en hecht veel belang aan kennis over gewassen en de oorsprong van zaden. Tijdens de Moestuinbabbel bracht hij stekjes van twee doorlevende planten mee, die weinig gekend zijn: oerprei en krulkool. Hij kiest steeds vaker voor doorlevende planten. Dat zijn vaak lokale, oude, robuuste soorten. Ze blijven leven, en je kan er steeds opnieuw stekjes van nemen. 

“Dat ik stekjes kan blijven uitdelen, is voor mij de essentie. Zo kunnen de oerprei en andere doorlevende soorten verder leven en kunnen wij voorkomen dat ze vergeten groenten worden. Dat is voor mij erfgoed.”

Stekje krulkool en oerprei, meegebracht door Dirk tijdens Moestuinbabbel in Poperinge, 2023. © CAG.