Voorbereiden
Een moestuin vraagt heel wat voorbereiding.
Dat gaat zowel om kennis opdoen, een planning maken als het klaarmaken van de moestuin zelf tijdens de koude maanden: spitten, woelen, de grond luchten, bemesten. Heel wat moestuinkennis wordt al doende overgeleverd. Maar er zijn ook lessen op school of via een tuiniervereniging en moestuiniers doen inspiratie op in moestuinhandboeken.


Het Hofje der planters van Pierre de Backer was een bijzonder populair moestuinhandboek vanaf het begin van de 20ste eeuw. Het werd in heel wat scholen gebruikt, maar het bood ook de privé-moestuinier in woord en beeld alle kennis die nodig was voor een moestuin. Cover van de editie uit 1954.

Op school leerden leerlingen welke kunstmeststoffen ze wel en niet mochten vermengen voor gebruik in de moestuin. Het gebruik van kunstmest raakte algemeen verspreid in de eerste helft van de 20ste eeuw. Vanaf de jaren 1970 gingen stemmen op om minder of geen kunstmest te gebruiken in de moestuin. Schoolschriftje uit ca. 1960.

Wie een moestuin wil aanleggen, denkt maar beter goed na over de afsluiting en de schikking van het hofje en de ‘verdeeling van den grond’. Pagina uit het Hofje der Planters van Pierre de Backer, 1940.
Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.

De moestuin volgt het ritme van de seizoenen. Januari en februari staan in het teken van de voorbereiding van het moestuinjaar, met het aankopen van zaden, bemesten en het klaarmaken van de broeibak of koude kas. Schoolschrift van Magda Guelinckx, leerlinge aan de landbouwhuishoudschool van het Heilig Hartinstituut Heverlee, ca. 1960-1965.

Bij de opleiding Landbouwhuishoudkunde aan het Heilig Hartinistituut in Heverlee leerden meisjes werken in de ‘hof’: een ideale voorbereiding voor hun moestuin op de boerderij van hun toekomstige echtgenoot. Lesrooster uit 1964.

Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren, lanceerde in 2009 een campagne om aan de slag te gaan in de moestuin zonder kunstmest en pesticiden. De grond ’s winters voeden kan bijvoorbeeld ook met mulch of compost.
Collectie AMSAB-Instituut voor Sociale Geschiedenis, archief Velt.

Spitten doet een moestuinier laat in de herfst of vroeg in de winter. Dan is de grond aan het einde van de winter korrelig. Spade met extra voetsteun uit de collectie moestuinwerktuigen van Kasteel Hex, ca. 1900-1950.
© Collectie Kasteel Hex.
Het noeste spitwerk afgebeeld op een patacon. Een patacon is een gipsen schildje dat werd ingebakken op een feestbrood.
Een man spit, zijn dochter kijkt toe. Het tafereel staat afgebeeld op een medaille van het Werk van den Akker, de volkstuinvereniging.
Collectie Huis Govaerts.

In 1912 verscheen dit moestuinmodelplan. Jean-Michel Reisch, de auteur, was opzichter van de Ligue du Coin de terre et du Foyer Insaissisables – de volkstuinvereniging – van de provincie Namen. Met een oppervlakte van 5 are, ingedeeld volgens het plan, kon een arbeider zorgen voor een mooie oogst voor zijn gezin. Het plan verscheen in het Nederlands en het Frans.
Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.
Schoolwandplaat over de ideale moestuin. In die ideale moestuin waren bedden voor peulgewassen, wortel- en knolgewassen en bladgroenten. Er stonden daarnaast bloemen en fruitbomen en er was ruimte voor compost. Ca. 1950-1970.
Collectie Stadsmuseum Lokeren.